In 1953 verscheen het boekwerk ‘Een stad en haar boeren’
bij uitgeverij Kok te Kampen.
Dit boek is het product van het promotieonderzoek van G.
Hendriks. Het onderwerp was het verschil tussen de ‘Eilandboeren’ en de ‘Stadsboeren’.
De aanleiding was de plannenmakerij voor de
ruilverkaveling waarbij ‘Stadsboeren’ de kans kregen om naar een boerderij
tussen de ‘Eilandboeren’ te gaan.
Het onderzoek had als advies: de verschillen in
achtergrond en cultuur tussen de stadsboeren en de eilandboeren is erg groot. Het
is zo groot dat er ‘wrijving’ te verwachten is. Daarom was het advies om de ‘Stadsboeren’
als groep bij elkaar te houden en dus niet ‘tussen te plaatsen’.
U weet hoe het gegaan is, de boeren zijn wel tussen
geplaatst.
Het gaf ook best wel strubbelingen, maar dat had waarschijnlijk
meer te maken met het kwijtraken van land door de ‘Eilandboeren’ dan met de
cultuurverschillen.
Als je zo met de kennis van nu nog eens terugdenkt aan
die ruilverkaveling, dan zou je bijna kunnen zeggen dat Kampen te vroeg was met
het oplossen van haar probleem. Het probleem was de Stadsboeren die eigenlijk
op hun plek niet verder konden. Door de ruilverkaveling zijn er toen toch een
60-tal nieuwe boerderijen gebouwd. Prachtige nieuwe boerderijen met de laatste
stand van de techniek. Met prachtige mestkettingen en mooie ruime en lichte
grupstallen.
En toen kwam al vrij vlot de ligboxenstal. Wat mooi en
modern was, was ineens niet meer ‘het nieuwste’. Het werkte prima die nieuwe
stallen. Toch zal er best eens naar gekeken zijn met de gedachte ‘jammer dat
hij zo nieuw is, het is zonde om hem nu al te vervangen door een ligboxenstal’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten