dinsdag 18 december 2012

Bijdrage aan toekomstgericht beleid op Kampereiland e.o.


Vandaag heb ik weer contact gehad met de Pachtersbond over het onderzoek.
Een prettig gesprek, ik merk daarin dat we elkaar goed verstaan.

 
De Pachtersbond merkt dat het voor hen steeds belangrijker is om vanuit een toekomstvisie te werken. Hoe willen we dat Kampereiland er op de lange termijn uit ziet? Hoe ziet een toekomstgericht beleid er dan uit?

Om hier een goed antwoord op te kunnen geven is informatie van groot belang. Wat speelt er en hoe ontwikkelen de bedrijven zich? Welke mogelijkheden zien de ondernemers op Kampereiland en wat helpt hen om die mogelijkheden ook te realiseren?

Mijn promotiestudie levert een belangrijke input aan die informatie en daar ben ik blij mee. Als ‘eenzame onderzoeker’ is het toch prettig dat de resultaten breder toepasbaar zijn.

 Ook goed is dat ik een onafhankelijke positie heb als onderzoeker vanuit CAH Vilentum Dronten en Wageningen Universiteit. Natuurlijk heb ik ‘boerenbloed’ als boerenkleinzoon en ben ik daardoor gericht op het belang van goed draaiende boerenbedrijven.

Dat is ook een deel van mijn motivatie en vandaar ook de kernvraag van het onderzoek: hoe ziet de boer zelf de ontwikkeling van zijn bedrijf. Niet wat willen anderen, maar wat ziet de boer zelf. Ik hoop zo bij te kunnen dragen aan een beter begrip voor de positie van de boer in het gebied.

Dat boeren onderdeel zijn van die toekomst staat voor mij als een paal boven water. Het zijn de boeren die het Kampereiland gevormd hebben en dat zullen ze ook blijven doen.

Op naar een toekomstgericht beleid voor boeren op Kampereiland!
 
 

 

woensdag 12 december 2012

Kampereilander koe in Dronten


Een echte koe van Kampereiland in Dronten, gekocht van Jacqueline van Werven. Prachtig gemaakt en heel goed getroffen hoe die koe daar ligt.
Voor de foto even in de tuin gezet, normaal heeft hij geen 'weidegang' en staat (ligt?) binnen te pronken.



kort de stand van zaken

Tijdens de najaarsbijeenkomst van de Pachtersbond op 1 december 2011 heb ik mijzelf voor mogen stellen. Ondertussen zijn we dus een jaar verder, wat is er gebeurd?

* de achtergronden en ontwikkeling van Kampereiland zijn onderzocht, rapporten lezen, interviews afnemen, erfnummers bestuderen (de geschiedenis beschrijving hierin is erg goed, bijzonder om te lezen dat erfnummer 92 modelhoeve is geweest voor de boterbereiding, al in 1880). Ik heb het samengebracht in een intern rapport dat later gebruikt wordt voor een publicatie over de ontwikkelingen op Kampereiland

* wetenschappelijke achtergronden bestuderen en inpassen in een onderzoeksvoorstel voor de Wageningen Universiteit

* met de accountantskantoren Alfa, BakerTillyBerk en Countus de monitoring organiseren en verwerken

* uitwerken van de enquete / interview

Het gaat mij eigenlijk niet hard genoeg. Maar ik moet ook niet te streng zijn voor mijzelf: ik moet ook nog andere dingen doen (lesgeven, projecten) en kan er dus niet meer dan ruim 2 dagen per week aan besteden.
En, belangrijker nog, een promotieonderzoek is een opleiding tot onderzoeker, dus het is niet gek dat het af en toe moeilijk is en dat ik het een tweede keer wellicht sneller zou doen of sneller zou begrijpen.

Op dit moment ben ik nog volop bezig om de vragenlijsten op te stellen en te maken. Maken, bespreken, wijzigen, testen, wijzigen, bespreken en dat nog een aantal rondes. Ik hoop dat de enquete eind januari uitgezet is en ik dan ook met de interviews kan beginnen.
De enquete is bedoeld om 'feiten' te achterhalen, die dan vervolgens onderzoekbaar zijn in een wetenschappelijke verwerking.
Het interview is bedoeld om de achterliggende verklaringen te achterhalen: wat zijn de redenen achter bepaalde verbanden. Informatie die niet uit de enquete te halen is.

Interviews zijn natuurlijk meer tijdrovend, ik ga proberen er zoveel mogelijk te doen.
Ook deze moeten heel goed voorbereid zijn om de antwoorden te kunnen verwerken.

De eerste uitkomsten van de monitoring zijn ondertussen besproken en daarbij is ook bekeken welke cijfers gebruikt kunnen worden om een representatief gemiddelde te krijgen, hier werken we ondertussen aan door.



Enquete maken: toch iets ingewikkelder dan een paar vragen stellen

In mijn optimisme heb ik gedacht dat ik eind dit jaar (dus nu...) al volop bezig zou zijn met mijn enquete en interviews.

Het maken van de enquete blijkt echter toch iets meer tijd te kosten dan ik gedacht had...
Waar ik het onderzoeksvoorstel een hele klus vond is dit er een die nog een stapje dieper gaat.
Het is ook niet verwonderlijk eigenlijk. Natuurlijk heb ik een schema opgesteld welke relaties ik zie en waar ik dus vragen over wil stellen. Maar dan. Hoe maak je een vraag die

1 door de mensen die hem in moeten vullen goed te begrijpen is
2 eigenlijk maar op een manier begrepen kan worden
3 die zo is dat eventuele verschillen tussen de mensen die hem invullen ook echt duidelijk worden
4 dat de vragen niet naar een bepaald antwoord toe leiden
5 die ook nog een beetje 'leuk' is om in te vullen
6 die zo opgezet is dat de antwoorden verwerkbaar zijn in de analyse

Een zware klus moet ik zeggen, ook leuk om te doen, zeker. Maar het valt me stiekem toch wel tegen hoe moeilijk dit is.

Stap voor stap de goede kant uit!


Goedkeuring onderzoeksvoorstel

4 december kreeg ik een e-mail: mijn onderzoeksvoorstel was bekeken door twee buitenlandse professoren en met goed commentaar weer teruggestuurd. Dit betekent dat het voorstel is goedgekeurd! Hier ben ik heel erg blij mee.

Het was een hele klus om het te schrijven: een vraag over ontwikkeling van melkveehouderijbedrijven op Kampereiland inbedden in wetenschappelijke literatuur en daar vervolgens een onderzoeksvraag uit halen inclusief methoden hoe dit op te zetten is. En dat in 2500 woorden.

Ik kan wel zeggen dat het de meest complexe tekst is die ik ooit geschreven en het heeft ook veel tijd gekost. Maar het is gelukt en met erg positieve reacties.

Dat geeft de onderzoeker in opleiding weer moed!

Introductie van het onderzoek


12 mei 2012, IJsseldeltadag. Op de fiets door het mooie Kampereiland, weids landschap, een oud landschap, en toch ook wel modern. Prachtige sloten met glashelder water en een mooi planten en dierenleven. Vers gemaaid gras, koeien in de wei.

Ik stap af bij een weiland vol koeien en nieuwsgierig als ze zijn komen ze mijn kant op, vooral als ik het loeien van een koe naboots. Al snel komen de dames in een halve cirkel bij mij staan. Nieuwsgierig en een beetje bang tegelijk. Ze zijn rustig genoeg om een foto te kunnen maken: koeien op het Kampereiland onder een mooie Hollandse wolkenlucht.

Een mooi gebied, dat is zeker. Ook een gebied met melkveehouders die hier hun inkomen willen verdienen. Een gebied waar Natura2000 gebieden strak tegenaan liggen. Prachtig die zeearend die hier broedt, dat is genieten. Maar als je je bedrijf wilt ontwikkelen betekent het wel een 'uitdaging'.

Hoe gaan ondernemers hier mee om, hoe zien zij hun ontwikkelruimte in een gebied dat een nationaal landschap is, waar vanuit Kampen diverse wensen geuit worden: verduurzamen, verbreden, verdiepen: maar hoe doe je dat in de praktijk? Vanuit adviseur of verpachter is het misschien makkelijk praten, hoe doen de ondernemers dat? Zien ze ruimte, welke ruimte, ziet de een meer ruimte dan de ander, waar komt dat dan door?

Met mijn promotieonderzoek hoop ik hier meer over te ontdekken.

Ik hoop zo bij te kunnen dragen vanuit mijn rol als onderzoeker aan een toekomst voor Kampereiland waar agrarisch ondernemers een in komen kunnen (blijven) verdienen.

Ron Methorst