maandag 16 december 2013

Kerst en nieuwjaarsgroet


Goede, gezegende feestdagen en 2014 gewenst
  

Aan alle ondernemers op het Kampereiland e.o.,

Aan het einde van 2013 breng ik u samen met deze groet ook graag op de hoogte van de voortgang van mijn promotiestudie en wat er nog op stapel staat.

o   De enquête is erg goed gegaan, er zijn vier duidelijk verschillende groepen ondernemers, u vindt de beschrijving onder dit bericht op hetzelfde blog
o   Het rapport over de economie is goed ontvangen door de Pachtersbond en Stadserven, het is een goede basis voor visievorming
o   Benieuwd hoe ik van enquête naar resultaten kom? Meer info via deze link.

Wat gaat er  in 2014 gebeuren?
o   Verdiepende interviews met een deel van de ondernemers en betrokkenen
o   Wat zijn volgens u goede en minder goede manieren zijn om de ontwikkeling van bedrijven op Kampereiland te ondersteunen
o   Vervolg van het monitoringsonderzoek: samen met de ABC accountants worden de cijfers van 2013 bestudeerd als vervolg op het eerste rapport.

Het onderzoek is op deze manier nuttig voor de theorie en de praktijk. Voor de theorie kant is het de basis voor mijn proefschrift (ik hoop dat het kerst 2015 klaar is). Voor de praktijk kant is het voor Pachtersbond en Stadserven waardevolle informatie over de ontwikkeling van Kampereiland. Het is voor mij een voorrecht om zo het gebied te leren kennen.

Via de volgende pagina kunt u de informatie over het onderzoek terugvinden:


Met vriendelijke groet en graag tot ziens,

Ron Methorst

4 groepen ondernemers obv visie op mogelijkheden voor inkomen op hun bedrijf

Verschillen tussen ondernemers op Kampereiland e.o.


Bron: enquête onderzoek Ron Methorst  r.methorst@cahvilentum.nl februari 2013

79 melkveehouders op Kampereiland e.o. hebben de enquête over de ontwikkelmogelijkheden ingevuld met als hoofdvraag: Hoe zie jij als ondernemer voor jouw bedrijf, op jouw locatie en in jouw situatie de mogelijkheden om een (belangrijk deel van jouw) inkomen te behalen?
Elke boer heeft voor 15 mogelijkheden aangegeven of hij denkt dat dit voor hem een optie is. Er blijken 4 groepen boeren te zijn die sterk op elkaar lijken. Binnen de groepen zijn er ook grote verschillen, maar de verschillen binnen de groepen zijn kleiner dan de verschillen tussen de groepen.

Groep 1 (29 boeren): de locatie van het bedrijf is een plek waar ik zoveel mogelijk produceer, de beperkingen die er zijn probeer ik zoveel mogelijk op te heffen (door aanvoer van voer, techniek etc), de productie per koe en per ha zijn hoog.

Groep 2  (21 boeren): de locatie van het bedrijf is een plek waar ik zo goed mogelijk in evenwicht produceer met de beperkingen die er zijn. Ik beschik over een hoeveelheid middelen (land, arbeid, vee) en ik probeer vervolgens binnen die beperkingen zo goed mogelijk te produceren. De voeropbrengst van de beschikbare grond bepaalt voor een belangrijk deel mijn melkproductie en ik ben voorzichtig met bijproducten en krachtvoer

Groep 3 (21 boeren): de locatie van het bedrijf zelf biedt mij, naast het produceren van melk, ook de mogelijkheid om op een andere manier geld inkomen te verdienen, hierbij gebruik ik de locatie en de middelen die wij ter plekke hebben (arbeid etc), de manier van boeren lijkt erg op die van groep 2

Groep 4 (8 boeren): de locatie is voor mij een plek waar ik woon, de melkproductie gaat waarschijnlijk stoppen, ik heb dan inkomen uit ‘pensioen’ of andere activiteiten, de manier van boeren lijkt op groep 2

De optie ‘volle kracht melkvee’ is voor veel boeren favoriet, ook voor veel boeren in groep 2 en groep 3. In de tabel is de gemiddelde ontwikkeling gegeven in de 4 groepen tussen 1985 en 2012, op basis van geschatte informatie van de ondernemers zelf.

Groep 1
Groep2
Groep 3
Groep 4
n = 29
n = 21
n= 21
n = 8
Gem ha per bedrijf 1985
30.5
27.3
29.9
26.6
Gem ha per bedrijf 2012
53.2
39.1
51.0
33.8
Gem koeien per bedrijf 1985
64.6
50.4
53.9
48.8
Gem koeien per bedrijf 2012
99.3
64.9
77.6
48.3
Gem melk per bedrijf 1985 * 1000 kg
440
345
366
335
Gem melk per bedrijf 2012 * 1000 kg
895
540
620
410
Gem % groei in melkproductie ‘85-‘12
134%
78%
85%
28%
Gem melkproductie/koe 1985 * 1000 kg
6.7
6.8
6.7
6.7
Gem melkproductie/koe 2012 * 1000 kg
9.0
8.3
7.5
7.2
Gem melkproductie/ha 1985 * 1000 kg
14.3
12.4
12.2
12.2
Gem melkproductie/ha 2012 * 1000 kg
17.9
14.1
11.9
10.7
Ik stop binnen 15 jaar
8
8
6
2
Bedrijf gaat zeker door als ik stop
17
13
14
3


Voor een beeld hoe dat nu gaat van enquête naar conclusies en meer informatie over het onderzoek kunt u kijken op http://promotieonderzoekkampereiland.blogspot.nl/2013/11/van-enquete-naar-conclusies-hoe-gaat.html

zaterdag 14 december 2013

Erf 1 vla finalist bij Smaak van NL!

Een welverdiende felicitatie voor familie Bruins van Erf 1, met hun echt bijzonder lekkere vla (vind ik persoonlijk en blijkbaar de jury ook!) hebben zij na voorrondes de finale van Smaak van NL bereikt. Daar zijn ze uitgeroepen tot Regiowinnaar. Voor mij is vooral ook bijzonder om te zien hoe voor deze familie het ondernemen op Kampereiland een hele nieuwe dimensie heeft gekregen en ook hoe mooi het is om weer op nieuwe manieren samen een gezinsbedrijf te zijn, ieder met zijn eigen inbreng. Prachtig!

Via deze link is de uitslag van de wedstrijd nog te zien: http://www.syntens.nl/desmaakvannl/Pages/home.aspx

vrijdag 22 november 2013

Ter info: visie NAJK op sloten en slootranden behheer

Even tussendoor een bericht over sloten en slootranden als onderdeel van een platteland waarin de boer een 'blauwe dienst kan verlenen', dit onderwerp is zeker ook voor Kampereiland belangrijk.

Overigens is de kwaliteit van de sloten op Kampereiland hoog, zelf heb ik hobby in vijvers en waterleven, dus enigzins bekend met plantjes en beestjes :-) en ik heb tijdens de fietstochten en in de kano veel moois gezien in de sloten op Kampereiland en in Mastenbroek. Complimenten daarvoor!


De tekst van die website staat ook hieronder:

Onderbouwing
Aanwezigheid van sloten en slootranden heeft een grote toegevoegde waarde op de biodiversiteit en milieukwaliteit van de Nederlandse waterkundige infrastructuur. Dit is van essentieel belang in een waterrijk land als Nederland. Zoals akkerranden bijdragen aan de biodiversiteit op de kant, zo dragen sloten bij aan de biodiversiteit van de blauwe infrastructuur. Goed en effectief beheer van sloten en slootranden in combinatie met een hierop aangepaste bedrijfsvoering draagt daadwerkelijk bij aan de vergroening van de landbouw. Dit vraagt feitelijk een extra inspanning van de boer.

Sloten en slootranden dienen onderdeel te worden van de ecologische aandachtsgebieden. Erkenning van beheer van sloten en slootranden als blauwe diensten:
- is belangrijk voor het uiterlijk van het historisch Nederlands agrarisch cultuurlandschap;
- heeft een toegevoegde waarde voor ecologische en chemische waterkwaliteit, biodiversiteit en waterbergend vermogen;
- vraagt een extra inspanning van de agrarisch ondernemer voor het uitvoeren van ecologisch beheer van de sloot en slootrand;
- zorgt voor borging van ontwikkeling, behoud en beheer van ecologische waterranden, specifiek voor Nederlandse akkerbouwgebieden zoals Flevoland en Zeeland. In deze regio’s zijn ecologisch waterranden nog niet overal aanwezig, maar worden wel onder leiding van het waterschap gerealiseerd. Voor succesvol beheer en onderhoud zijn waterschappen afhankelijk van de agrarische ondernemers;
- leidt tot draagvlak bij agrarische ondernemers;
- leidt tot draagvlak bij de Europese Unie door aanmerking als potentiële EFA;
- levert een bijdrage aan doelstellingen voor Kaderrichtlijn Water;
- levert een bijdrage aan doelstellingen en realisatie Nationaal Natuur Netwerk;
- levert een bijdrage aan klimaatadaptatie en klimaatmitigatie;
- levert een bijdrage aan de doelstellingen die het GLB bij de vergroening centraal stelt.

In de praktijk komt dit neer op:
1. Sloten en slootranden vormen, net als landschapselementen, het karakteristieke beeld van het landelijk gebied.
2. Aanwezigheid van sloten en slootranden op en rond een agrarische bedrijf vraagt aanpassingen binnen de bedrijfsvoering. Daarnaast vraagt dit fysiek onderhoud en ecologisch beheer. Deze inspanningen resulteren in behoud en verbetering van biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit en de algehele milieuprestaties van het bedrijf. Voorbeelden van deze inspanningen zijn;
- inachtneming van teeltvrije zones;
- gebruik van driftreducerende doppen;
- aangepaste gewasbeschermingsmiddelenkeuze;
- gebruik van kantstrooi-inrichtingen op bemestingsapparatuur.
3. Sloten en slootranden leveren een bijdrage aan de bevordering van de biodiversiteit op het land en in en rond het water. Daarnaast leveren inspanningen een bijdrage aan de bevordering van de chemische en ecologische waterkwaliteit in het water. De zichtbare macrofauna neemt meetbaar toe. 
4. Het belang van de extra inspanningen en het beheer van sloten en slootranden ter bevordering van natuur en milieu, wordt onderkend door waterschappen en maatschappelijke organisaties zoals natuurbeschermingsorganisaties.
5. De Europese Unie biedt lidstaten de mogelijkheid te kiezen voor sloten en slootranden als invulling van het ecologische aandachtsgebied. Eenvoud en controleerbaarheid van de opname in het Nederlandse perceelregister kan bereikt worden door opname van een forfaitaire breedtemaat, ongeacht de steilheid van talud, insteek, diepte en breedte van de sloot.
6. In sloten en bij slootranden leven en overwinteren onder andere plaagonderdrukkende insecten. Zij gebruiken dit als uitvalsbasis.

De groene coalitie van Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, Landschapsbeheer Nederland, De 12 Landschappen, Milieudefensie en Stichting Natuur & Milieu stellen in hun advies voor de nationale invulling van het GLB dat ‘schoon en ecologisch gezond water een essentiële voorwaarde is voor natuur én economie’.

Waterschappen hebben een belangrijke taak in de realisatie van de doelstellingen die verbonden zijn aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). Voor het behalen van deze doelstellingen zijn sloten en slootranden van onmiskenbaar belang. In Flevoland publiceerde Waterschap Zuiderzeeland recentelijk in nieuwsbrief nr. 3, november 2013;

“In 2012 is het Waterschap Zuiderzeeland begonnen met het versneld aanleggen van duurzame en natuurvriendelijke oevers. Inmiddels heeft het Waterschap Zuiderzeeland vanaf 2012 68,3 kilometer duurzame en natuurvriendelijke oevers aangelegd. Tussen 2012 en 2015 wordt in totaal 184 kilometer van deze oevers gerealiseerd. Duurzame en natuurvriendelijke oevers dragen bij aan de verbetering van de waterkwaliteit in de tochten van Flevoland en hiermee ook aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).”

Het Waterschap stelt in ditzelfde artikel dat onderzoek uitwijst dat de natuurvriendelijke oevers zorgen voor een verbetering van biodiversiteit, waterkwaliteit en waterbergend vermogen.

Het Waterschap stelt daarnaast dat de realisatie, het beheer en succes van de ecologische oevers mede mogelijk wordt gemaakt door de betrokken agrariërs. Uit het artikel blijkt dat voor een verdere verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit het waterschap in sterke mate afhankelijk is van de inspanningen van én draagvlak onder boeren.


Sloten meetellen staat voor vergroening via de bedrijfsvoering. Een duurzame vorm van vergroening die past bij een vooruitstrevend land als Nederland.


Van enquête naar conclusies: hoe gaat dat eigenlijk?

Het is nu november 2013, dus alweer ruim een half jaar nadat u de enquête hebt ingevuld. Wat gebeurt er in de tussentijd eigenlijk? Hoe haalt ‘die onderzoeker’ nu resultaten uit een enquête? Waarom duurt het zo lang?

Goede vragen, hieronder een overzicht met de ‘reis van enquête naar conclusies’

De gegevens
De enquête levert een grote set gegevens op: van 79 ondernemers de antwoorden op ruim 100 vragen: dat is dus een vel met 79 rijen onder elkaar en op elke rij ruim 100 keer een hokje met een cijfer. Een cijfer is daarbij dan een code voor een van de antwoord mogelijkheden. Maar dan, wat gebeurt er dan?
Allereerst de vraag zijn er voldoende gegevens? Het antwoord is ja, dankzij de grote deelname van 80%. Een ongekend hoge deelname, ontzettend bedankt


Computerprogramma SPSS
Gelukkig zijn er goede computer programma’s om die gegevens te analyseren, ik gebruik daarvoor het programma SPSS (statistisch programma voor de sociale wetenschappen). Dat programma kan heel snel heel veel berekeningen doen en is daarom ontzettend handig. Tegelijk is het op zichzelf een heel ‘dom’ programma: het kan wel aangeven dat er een verband is tussen de antwoorden op twee vragen, maar hij kan niet zeggen waarom dat zo is en of het een het ander verklaard. Dat moet de onderzoeker interpreteren. (het beroemde voorbeeld van het aantal ooievaars en aantal geboortes van kinderen: het kan best op hetzelfde moment toenemen, maar of het een het ander verklaard is daarmee niet bewezen J).

Gegevens controleren en eerste overzicht
Hiermee kan ik snel overzicht krijgen en een eerste controle doen

Stap 1:            de gegevens inlezen en de codes invoeren (wat betekent een cijfer)
Stap 2:            zijn er bijzonderheden in de gegevens (bijv ontbrekende gegevens) en is dit oplosbaar

Dan heb ik een data set die de basis vormt voor al het verdere werk. Hiermee kan ik een eerste snelle overzicht maken van de antwoorden:

Stap 3:            Bij elke antwoordmogelijkheid in de enquête het percentage van de ondernemers vermelden dat dit antwoord gekozen heeft
                        Hiermee kan ik snel een overzicht geven voor alle betrokkenen

                        Dit document is verspreid naar deelnemers en betrokkenen (het is ook via deze link te vinden)

                        Gelukkig lijkt het erop dat de antwoorden ‘serieus’ gegeven zijn: de antwoorden zijn niet zomaar willekeurig aangekruist J       

Zijn er ondernemers die ‘op elkaar lijken’?
Nu volgt het ‘echte werk’: wat zijn nu de verbanden tussen de antwoorden, zijn er groepen die op elkaar lijken bijvoorbeeld?

Stap 3:            79 boeren hebben gezegd wat zij als mogelijkheden zien voor hun bedrijf om een inkomen te halen. Ik vraag nu aan SPSS of er binnen die 79 ondernemers groepen zijn die op elkaar lijken wat betreft hun antwoorden.
Dit blijken 4 groepen te zijn, het mooie voor mij was dat ik die groepen ook in het echt kon herkennen, dat is ook een teken dat de analyse betrouwbaar is en dat de enquête betrouwbaar is.

Stap 4:            Bepalen waar die groepen dan in verschillen. Dit kan ik doen door te kijken op welke vragen deze ondernemers hoog of juist laag scoren. Zo kan ik een naam geven aan die groep.

Zijn er ook andere verschillen tussen de groepen?
Dan volgt de volgende grote klus: zijn er nu in de nadere vragen van de enquête ook verschillen te vinden tussen de groepen? Met andere woorden: Nu volgt het ‘echte werk’: wat zijn nu de verbanden tussen de antwoorden op alle andere vragen en de 4 groepen. Hierbij zijn er vragen gesteld over veel verschillende onderwerpen: netwerk, huidige locatie, ontwikkelingen in de omgeving, de relatie tussen stad en platteland etc.

Stap 5:            selecteren welke vragen ‘goed werken’. Niet elke vraag blijkt ook zo begrepen te worden als je denkt bij het maken van de vraag. Ook is niet elke vraag onderscheidend genoeg, dat wil zeggen dat een hoge of lage score ook betekent dat iemand het ook echt anders ziet. SPSS kan hier berekeningen over uitvoeren en dan blijft er per onderwerp een aantal vragen over die aantoonbaar onderscheid maken tussen de ondernemers.

Stap 6:            SPSS laten rekenen om te kijken of er verbanden zijn tussen de onderdelen en de 4 groepen. Hiermee kan ik kijken wat het verschil in beeld over de toekomst zou kunnen verklaren.


Waar ben ik nu mee bezig?
Stap 3 en 4 zijn gezet, daar komen dus inderdaad 4 groepen uit die op een verschillende manier naar hun locatie kijken. Ik ben nu bezig om dat op te schrijven in ‘moeilijk Engels’ om het in een wetenschappelijk tijdschrift te kunnen publiceren.

Stap 4 en 5 wordt aan gewerkt, ik ben al ver, maar er zijn nog een paar hobbels te nemen voordat dat ‘klaar’ is.


En dan de hamvraag: waarom duurt het zo lang?
Ik kan mij tenminste goed voorstellen dat u die vraag heeft. Soms heb ik hem zelf ook…

Een belangrijke reden is dat ik het deeltijd doe: naast het onderzoek is er ook onderwijs en andere projecten. Het allerbelangrijkst echter is dat het voor mij een opleiding is, ik doe dit voor het eerst en alles wat je voor het eerst doet duurt nu eenmaal langer.

Gelukkig wordt ik goed begeleid, zodat de kwaliteit van de analyse echt wel gegarandeerd is. Maar het gaat wel langzaam. Vooral ook omdat ik het ook zelf moet begrijpen wat er nu eigenlijk uit komt, en dat vraagt soms meer tijd dan ik dacht. Wat zijn nu echt de verschillen tussen de groepen? Wat kan ik daaruit interpreteren? Hoe weet ik dat eigenlijk zeker? Dat soort vragen…

Soms denk ik als ik klaar ben met een onderdeel: hm, als ik toen wist wat ik nu weet  had ik het ook in de helft van de tijd kunnen doen…


Dat is natuurlijk zo met alle dingen die je al lerende doet, dus zie ik het maar als bewijs dat ik iets geleerd heb!

maandag 26 augustus 2013

Twee artikelen in Nieuwe Oogst

13 juli en 17 augustus heeft Nieuwe Oogst aandacht gegeven aan Kampereiland. Hierin aandacht voor de 650-jarige verjaardag en de uitkomsten van het economische onderzoek en de enquete van dit voorjaar.

Beide artikelen zijn digitaal terug te vinden via www.kcagro.nl, het kenniscentrum van CAH Vilentum Hogeschool.

woensdag 14 augustus 2013

Over slootkantenbeheer etc

Ook op Kampereiland speelt het: bij het werken letten op de natuur (slootkanten, weidevogels etc), een heel goed iets op zich. Maar waarom gaat iedereen er zo makkelijk vanuit dat het wel 'erbij kan' zonder vergoeding?

hierover heb ik een stukje geschreven op mijn andere blog, via deze link kom je daar: http://ronmethorst.blogspot.nl/

Het gaat erover waarom niet alle kantoormensen een deel van hun werkweek gebruiken om zwerfvuil op te ruimen....

Artikelen in Nieuwe Oogst: Kampereiland wil intensiveren

Naar aanleiding van het 650 jarig bestaan van Kampereiland en het vrijkomen van het rapport over de economie is in Nieuwe Oogst twee maal een artikel verschenen.

Centrale kop bij het eerste artikel: Kampereiland wil intensiveren.

Dat is in grote lijnen ook de uitkomst van mijn enquete, er is dus niets verkeerds aan. Tegelijk is het natuurlijk wel wat eenzijdig zoals het meestal in de krant staat.

Centraal is echter wel het punt dat als je aan de Kampereiland boeren vraagt wat ze het liefst zouden doen, het merendeel graag 100% melkveehouder is en daarbij liefst ook op een meer intensieve wijze.

Tegelijk zien veel boeren dat niet als een route die ook haalbaar is en zijn er bijvoorbeeld een 20 tal die ruimte zien in de verbreding. Maar van die 20 is de helft het liefst (intensief) 100% melkveehouder!

Hierbij komt weer naar voren: wat je plannen zijn moet passen bij het bedrijf, bij de omgeving EN bij jou/jullie als ondernemer.

Gefeliciteerd natuurlijk met het 650 jarig bestaan, een dergelijke verjaardag maak je niet elke dag mee!

maandag 1 juli 2013

Stand van zaken en links naar documenten


Het is weer tijd voor een kort en puntsgewijs overzicht van de ontwikkeling van mijn onderzoek:

·        Het verloopt goed, diverse ‘hindernissen’ zijn genomen en nog geen ‘valpartijen’
 
·        De enquête is erg goed gegaan en heeft een hele hoge respons van 80%, waarvoor dank. Via deze link komt u bij de enquête waarbij voor elke antwoordcategorie het percentage ondernemers is ingevuld dat voor dat antwoord gekozen heeft

·        Er zijn 4 groepen binnen de 79 bedrijven: gericht op 100% melk/intensief gericht (29 bedrijven), 100% melk/extensief gericht (21), verbreed bedrijf/extensief gericht (21) en inkomen buiten het melkveebedrijf (8). Vrijwel iedereen zou het liefst 100% melken, weinig bedrijven doen naast melken andere zaken

·        Ik ben nu bezig om het op te schrijven voor een wetenschappelijk artikel. Hiervoor ga ik ook twee keer presenteren op een conferentie. Voor een van deze conferenties heb ik een Engelstalige samenvatting gemaakt, deze vindt u via deze link
 
·        Het onderzoek naar de economie van de melkveebedrijven is ondertussen afgerond en opgeleverd. Er zitten behoorlijke verschillen tussen het KE bedrijf en het referentiebedrijf. Alle bedrijven die cijfers beschikbaar hebben gesteld krijgen begin juli een papieren versie per post, een digitale versie van het rapport over de economie van melkveebedrijven op Kampereiland is te vinden via deze link.

·        De samenwerking met de ABC kantoren, het LEI en de Pachtersbond is prettig verlopen. Met de cijfers over 2013 kunnen we volgende jaar weer een stap zetten in de monitoring.
 
·        Het onderzoek gaat verder: ik ga kijken of de mogelijkheden die allerlei betrokkenen rondom Kampereiland zien anders zijn dan wat de ondernemers zien en komende winter zal ik aan u vragen wat u een goede manier van   ondersteuning/stimulering vindt om uw bedrijf te ontwikkelen.

woensdag 15 mei 2013

Werken aan het eerste artikel

De enquete is afgenomen en verwerkt en de eerste analyses zijn gedaan. Dit was spannend, er is een grote deelname van 80%, maar dat wil nog niet zeggen dat in die 80 maal aangekruiste vakjes ook verbanden zichtbaar zijn.

Dat is gelukkig wel het geval, dat was toch wel een opluchting moet ik zeggen.

Nu ben ik bezig met de verwerking van die gegevens voor het eerste artikel, dat heeft vooral als doel om bij te dragen aan de discussie over de vrije keuze ruimte van boeren, in hoeverre is dat wat ze als kans zien ook datgene wat boeren doen of wat ze het liefst doen?

in een ideale wereld kan iedereen vrij keuzes maken, dat is natuurlijk niet de realiteit, allemaal en dus ook boeren zijn gebonden aan de omstandigheden die er zijn. Toch is daarbinnen wel weer keuze mogelijk, de eerste vijf vragen van de enquete hhebben hiermee te maken.

En het blijkt dat er 5 groepen zijn te vinden binnen Kampereiland,
de 100% melkveehouders met half half meer intensief of juist meer extensief gericht bedrijf
de melkers die extra inkomen buiten eigen erf of melkveehouderij zoeken
de melkers die op eigen erf aanvullende inkomen zoeken, hierbij zijn er weer twee deelgroepen, de groep die dat vooral doet met meer technische dingen (verwerken of biologisch boeren) en zij die als kans zien om het meer op bijvoorbeeld zorg te richten.

Nu dus de verbanden met wat men het liefste doet en gaat doen, daar ben ik mee bezig.

De verdiepende interviews zijn in de tijd naar achter geschoven, dit omdat het artikel nu eerst al mijn aandacht vraagt. Het komt eigenlijk ook wel goed uit, de kennis uit de analyse geeft ook meer richting aan die interviews.

Dus voorlopig even mijzelf 'opsluiten' en schrijven.... !

vrijdag 19 april 2013

Op weg naar een artikel

Eind juni is er een wetenschappelijk congres over 'rural entrepreneurship' waar ik mijn bevindingen ga presenteren. Dat betekent dat uit de antwoorden op de 79 enquetes de verbanden boven water getild moeten worden en deze vervolgens bespreken en in verband brengen met wat andere onderzoekers allemaal gevonden hebben rondom het thema ondernemerschap.

Dit betekent dat ik mij nu helemaal moet gaan richten op het analyseren en schrijven. Gelukkig is de eerste analyse goed gegaan. Om het simpel te zeggen: de kruisjes bij de antwoorden zijn niet 'willekeurig' geplaatst.

Enerzijds is er nu dus een overzicht van de antwoorden per vraag waardoor er een beeld ontstaat, anderzijds is er ook een analyse mogelijk of er verbanden zijn tussen de vragen en de ondernemers, met andere woorden: zijn er groepen ondernemers die soortgelijk reageren, zijn er verbanden tussen groepen vragen vragen.

Ik verwacht die verbanden wel, daar heb ik het onderzoek ook op gericht. Maar of ze er ook zijn is natuurlijk de vraag!

Gelukkig lijkt het dus zo te zijn dat er verbanden aanwezig zijn!

Vandaag ben ik een document aan het afmaken waarin alle stappen tot nu toe samengebracht worden, dit is nodig omdat ik een expert op het gebied van statistiek ga betrekken bij het onderzoek. En dan is het belangrijk dat hij alle ins en outs weet. Ik kan hem natuurlijk niet hele stapels papier geven, daarvoor is zijn tijd te belangrijk voor mij. Dus vandaar een soort 'samenvatting' met alle belangrijke informatie.

Mooi om te zien dat het toch al een heel document aan het worden is, er is dus veel gebeurd. Tegelijk valt het ook weer op hoeveel tijd het kost om zoiets te maken en op te stellen. Het is namelijk geen kwestie van 'het is ongeveer wel goed genoeg', nee, het moet goed en eigenlijk beter dan dat.

En goed werk leveren vraagt nu eenmaal tijd.

Ik had graag verdiepende interviews willen doen bij ondernemers op het Kampereiland, dat moet ik nu dus wel vooruit schuiven, eerst concentreren op 'schrijven'. Mijzelf weer even terugtrekken dus!!

dinsdag 9 april 2013

Kampereiland melkveehouders te gast bij CAH Vilentum

Vandaag hebben een 35 agrarisch ondernemers van Kampereiland e.o. CAH Vilentum bezocht, dit op uitnodiging van CAH Vilentum als dank voor het deelnemen aan de enquete. Leuke bijeenkomst met achtergronden over de enquete en de uitkomsten en de ontwikkelingen in onderwijsland. Niet alleen voor boeren verandert er veel, ook voor (agrarisch) is veel in beweging. Welke plaats wil je innemen in jouw omgeving, dat is ook voor ons de centrale vraag.

Deze bijeenkomst was daarin een mooi voorbeeld van die nieuw plaats. Veel ondernemers hebben hier gestudeerd en hun diploma gekregen, nu zijn ze onderdeel van de ontwikkelingen in hun regio en CAH Vilentum speelt daar met haar onderzoek ook een rol in.

Samen op zoek naar de mogelijke routes richting de toekomst.  Goede ontwikkeling!

Voor alle deelnemers aan de enquete: vandaag is een document uitgereikt met daarin de antwoorden gegeven door de ondernemers als % van het aantal antwoorden. Dit is voor alle deelnemers aan de enquete op te vragen via r.methorst@cahvilentum.nl

woensdag 13 maart 2013

blijft mooi...

Die uitzending over Nationaal Landschap IJsseldelta, het blinkt niet uit in moderniteit en snelheid van vertellen, maar ja, wat mooi is moet je rustig bij stil staan!

Kijk zelf nog een keer via:

http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1154662

79 bruikbare enquetes, 9 april bezoek CAH Vilentum

Er zijn 79 bruikbare enquetes binnegekomen, dank voor uw bijdrage!

Alle deelnemers ontvangen binnenkort een bericht met een uitnodiging voor dinsdag 9 april as om het nieuwe gebouw van CAH Vilentum te bekijken samen met een presentatie van de eerste resultaten en ontwikkelingen en natuurlijk een lekkere lunch.

nu volgt de analyse fase, daar kan ik aardig mijn tanden inzetten, welke verbanden zijn er te vinden tussen al die antwoorden.Gelukkig zijn daar goede rekenprogramma's voor!

vrijdag 1 maart 2013

Goede respons op de enquete: dank!

Deze week is de enquete gesloten met een erg goed resultaat: 85 reacties waarvan 78 bruikbaar voor de verdere analyse.
Dank voor de medewerking.

Bij het doornemen van de papieren versies bleek dat de spreiding in de antwoorden groot is, dat is een goed teken en een goede basis voor de verdere analyse.

Hiermee is weer een fase afgesloten. Na de startfase (nadenken over de onderzoeksvraag en opzet), het maken van de enquete is nu het uitzetten van de enquete afgerond. Nu start een belangrijke fase: het analyseren. Ik ben benieuwd.

Ondertussen wordt ook gewerkt aan de analyse van de bedrijfseconomische cijfers. Een concept rapport is naar de accountants gestuurd en de reacties komen nu binnen.

Hier ligt een behoorlijke uitdaging om enerzijds wel conclusies te trekken zodat er ook echt iets uit komt, anderzijds ook de complexheid van de verschillen tussen bedrijven recht te doen.

Het LEI heeft een nieuwe manier om een referentie bedrijf te 'maken' en die is veelbelovend. Deze wordt samengesteld door op basis van de bedrijfsstructuur van Kampereiland te zoeken naar vergelijkbare bedrijven uit hun gegevens en daar een gemiddelde van te nemen. Hierdoor is een betere referentie mogelijk dan eerder wel eens gebruikt is.

woensdag 30 januari 2013

Enquete voor wetenschap EN praktijk

De enquete is klaar. In goed overleg met de Pachtersbond is het een mooie combinatie geworden tussen een enquete die een belangrijke basis is voor een wetenschappelijke studie over boeren in een veranderende omgeving en tegelijk een hele concrete vraag vanuit Kampereiland nu: help ons om inzicht te krijgen in hoe wij er nu voorstaan als boeren en wat daarin de beelde zijn van de ondernemers over hun mogelijkheden.

De laatste week een paar keer telefonisch contact gehad en dan merk ik dat ik daar toch heel blij van wordt: natuurlijk mijn studie is voor mij heel belangrijk, maar dat het ook op de korte termijn al belangrijk is voor de ontwikkeling van een gebied geeft het voor mij toch een grote meerwaarde.

Het opstellen van de enquete is een hele reis geweest, wat moet ik weten, welke informatie is daarvoor nodig, hoe vraag je dat, hoe zet je dat in een enquete, die er ook nog eens goed en netjes uitziet, die past bij de ondernemers waar het om gaat. Ik zal eerlijk zeggen dat ik dacht dat dit sneller zou gaan.

Een vraag stellen is niet zo moelijk, maar een vraag waarvan je vooraf zo zeker mogelijk weet dat de antwoorden ook gaan helpen om de onderzoeksvraag te beantwoorden, dat is toch best een klus.

Dinsdagochtend heb ik hem tot 'klaar' verklaard. Hij ligt nu bij de copyshop om te vermenigvuldigen.
Ik ben tevreden, er zullen ongetwijfeld dingetjes opduiken die net meer dit of net meer dat hadden gemoeten, maar ja, het blijft mensenwerk.

Nu zijn we hard aan het werk aan de digitale versie, gelukkig heeft een collega bij LEI-Wageningen UR daar heel veel verstand van. Hij is hard aan het werk om alles op een goede manier in computertaal om te zetten. Dank je wel Niels.

Kampereiland contacten in Wageningen

Deze week was ik in Wageningen om de laatste overleggen over de enquete te plegen met collega's die hier veel ervaring mee hebben. Terwijl ik in de centrale hal met iemand van Kampereiland aan het bellen ben zie ik een dochter van een Kampereilander boer aan een tafel studeren. Zo komt het allemaal bij elkaar

Goed gesprek gehad over de enquete, de laatste puntjes op de i.

Rondom Kerst en oud&nieuw

Naast het vieren van deze dagen heb ik verder gewerkt aan het onderzoek. Samen met een vertegenwoordiging van de projectgroep heb ik de dag voor Kerst bekeken op welke manier de cijfers goed te gebruiken zijn voor een analyse. 2010 was een goed jaar, daarom is het ook goed om de referentie van landelijk erbij te hebben die het LEI aan gaat leveren. Wordt vervolgd.

Daarnaast heb ik verder gewerkt aan de enquete en is deze gisteren als proef door boeren buiten Kampereiland ingevuld. Het nadert zijn einde zodat deze eind januari verzonden kan worden.
Eerst nog een paar dingen goed bespreken met de deskundigen in Wageningen rondom vraagstelling en onderzoeksmethodiek.

Hieronder een mooie foto die ik gisteren maakte, mooi hoe die lucht zich uitstrekt en hoe de bomengroep bij de boerderij zich aftekent tegen de lucht.